Verkeerde theologische rechtvaardigingen met de Bijbel evenzo ontmaskerd en uitgelegd
Theologen en wereldse kerkleden gebruiken vaste Bijbelverzen om hun heidense drie-eenheidsgod, twee-eenheidsgod of één godheid te rechtvaardigen die eigenlijk uit Babylon afkomstig is. Ze doen dit meestal met vervalste verzen of met anderszins getemperde of zeer cryptische verzen. Maar ook met oudtestamentische verzen waarin Christus nog niet geopenbaard was en alles wat hem betreft op God wees, omdat zij alleen God JHWH kenden, een Geest (Johannes 4:24). Natuurlijk weigert het jodendom Christus als de Messias, dus kennen ze alleen God en weigeren ze Christus, en ze weigeren het Nieuwe Testament als geheel.
Geprogrammeerde kerkmensen zullen hun godheid verdedigen met de volgende Bijbelverzen die tegen Christus ingaan in Johannes 17:3, Johannes 14:1 en Johannes 4:24:
Jesaja 9:6 "zij zullen hem noemen... machtige God en eeuwige Vader".
Christus zelf vertelt in Johannes 17:3 dat de enige ware God hem heeft gezonden. Christus heeft zichzelf niet gestuurd. Ook zegt Christus in Johannes 20:17 dat "hij opstijgt naar zijn en onze Vader; naar zijn en onze God". Christus is duidelijk niet de eeuwige Vader, maar de zoon van de eeuwige Vader. Mensen die Christus God en/of eeuwige Vader noemen, vergissen zich als ze dat doen. En wie ingaat tegen Christus is op die manier praktisch antichristelijk!
Johannes 20:28 "mijn Heer, mijn God"
Thomas genaamd De Ongelovige zegt dit in een emotionele toestand tegen Christus. Toch weet hij dat Christus niet God JHWH is, omdat hij de leringen van Christus in Johannes 17:3 kent. En hij weet als Jood dat God “Ruach” is, een Geest (Johannes 4:24) en dus niet gezien kan worden. Toch zegt Christus in Johannes 20:29 dit: "Thomas, omdat je mij hebt gezien, heb je geloofd: gezegend zijn zij die niet hebben gezien en toch hebben geloofd". Christus kan gezien worden, omdat hij een herrezen lichaam heeft, Romeinen 8:11, precies zoals alle christenen dat zullen krijgen. Het is duidelijk dat Thomas zijn emotionele kreet eigenlijk niet klopte. Waarom corrigeerde Christus hem niet? In de eerste plaats omdat hij Thomas wilde redden. Ten tweede omdat Christus in verbinding met de ene ware Eeuwige God JHWH ook eeuwig leeft en dus ook god genoemd kan worden. Toch is er 1 ware God en 1 Here Jezus Christus, 1Kor8:5-6, Romeinen 10:9, Johannes 17:3.
Johannes 1:1 "en het woord was bij God en was God". Het lijkt erop dat Johannes dit zelf heeft geschreven. Maar wat een leerling zegt gaat nooit boven wat de Leraar (Christus) zegt (Johannes 17:3, Johannes 14:1). Ook vervalste de RKK zijn woorden door het woordje “Ho” vóór “Theos” weg te laten in “het Woord was bij “Ho Theos”, bij De God als in “de Allerhoogste God”. Er is één ware God (een Geest, Johannes 4:24) en één Here Jezus Christus zegt Christus in Johannes 17:3, een Hogepriester zegt Hebreeën 8:1-2. God is niet Zijn eigen Hogepriester!
Mattheüs 28:19 "in de naam van de Vader, de Zoon en de Geest". Vader, Zoon en Geest zijn geen echte namen. En een doop zonder naam is feitelijk in strijd met Galaten 3:27, Hebreeën 3:6 en Handelingen 19:5, omdat de doop (alleen) in de naam van Christus (Yeshua) plaatsvindt. Ook weten we uit de 3e-eeuwse brieven van Eusebius dat het originele handgeschreven Matteüsevangelie die 3-namen formule niet bevatte; het werd in de 4e eeuw door de RKK ingevoegd om hun heidense drie-eenheidsgodheid te onderstrepen. De RKK verbrandde ook de handgeschreven originele evangeliën om hun vervalsingen te verbergen. Voor christenen zijn er slechts 2 namen: GOD JHWH, een Geest, Johannes 4:24. En Christus Yeshua met een verrezen lichaam, Romeinen 8:11.
Johannes 10:30 "De Vader en ik zijn één". Maar uiteraard niet één en dezelfde. God is de enige ware God (Johannes 17:3) en een Geest, Johannes 4:24. Christus is de Hogepriester van God, Hebreeën 8:1-2 en heeft een herrezen lichaam, Romeinen 8:11; hij is een dienaar van God. Christus weet niet wat God weet (Marcus 13:32) en heeft een openbaring van God nodig, Openbaring 1:1. Het is duidelijk dat één zijn met God je niet tot God maakt, en ook niet tot dezelfde persoon. Het betekent simpelweg dat je verbonden bent met God, net als alle andere schepselen in de hemel en natuurlijk christenen in Christus (doop, Galaten 3:27, Handelingen 19:5) en in de Geest (gebed met handoplegging, Handelingen 19:6, Handelingen 8:17-18). Al die schepselen die met God verbonden zijn, leven eeuwig en worden "Elohim" (meervoud: "goden") genoemd.
Hebreeën 1:8+9 "o God, uw God".
Joodse mensen hebben altijd geweten dat er 1 ware God JHWH is, een “Ruach” (Geest). De Joodse discipelen wisten daarom dat Christus niet God was, maar de gezonden Messias van God, de zoon van God.
Maar ze weten ook uit het Oude Testament dat de schepselen in de hemel ook goden worden genoemd (Psalm 82). In 1Kor8:5-6 wordt ook gezegd "dat er vele heren en goden in de hemel zijn, maar toch is er maar 1 ware God en 1 Here Jezus Christus". De schepselen in de hemel leven misschien voor eeuwig in verbinding met de Eeuwige God JHWH, maar dat verandert hen niet in God, ook niet in Christus. Toch wordt hun bijeenkomst als een verbonden familie Elohim (meervoudsvorm 'goden') genoemd, inclusief Christus uiteraard (Romeinen 8:11). Daarom verwijst God in Hebreeën 1:8-9 naar Christus als “mijn god”. Zonder God en verbondenheid met Hem zijn er geen goden. En alle schepselen die met Hem verbonden zijn, zijn Zijn goden.
Johannes 14:10-11 "Wie mij heeft gezien, heeft de Vader gezien. Hoe kunt je zeggen: 'Toon ons de Vader'? Gelooft je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is?".
Deze woorden van Christus worden gebruikt om uit te leggen dat Christus zijn Vader zelf is, maar dat is niet hoe Christus het bedoelde. Omdat Christus ook in Johannes 20:17 zegt dat "hij opstijgt naar zijn en onze Vader, naar zijn en onze God". Christus zegt ook dat "God Zelf heeft geopenbaard aan Simon Petrus dat Christus de zoon van de levende God is" in Matteüs 16:15-17. Ook vertelt Christus openlijk in Johannes 14:11 "dat hij niet op eigen gezag spreekt, maar dat de Vader in hem werkt". Toch zegt hij ook in vers 12: "dat wie in Hem gelooft, ook zijn werken zal doen, omdat hij naar de Vader gaat". En wij weten wat Christus doet met de Vader die Hij Zijn God noemt: Christus is de Hogepriester van God, zegt Hebreeën 8:1-2. Christus zit als zodanig aan Zijn rechterzijde, zegt Markus 16:19. God is niet Zijn eigen Hogepriester!
Ieder geschapen wezen dat verbonden is met God JHWH, een Geest Johannes 4:24, leeft voor eeuwig zoals de Eeuwige God voor altijd leeft. Deze verbonden schepselen worden "Elohim" genoemd, naar God EL waarmee ze verbonden zijn. In die verbinding met hun geest zal Geest JHWH Zijn Werk doen. Wie zijn die Elohim? Christus, de engelen, de reeds opgenomenen en christenen in Christus en in Geest. God werkt ook door christenen, net zoals Hij dat door Christus doet. Christenen krijgen ook eeuwig leven door die Eeuwige Geest JHWH, net zoals Christus dat deed, zegt Romeinen 8:11.
1Johannes:7-8 inclusief de 3 namen die geen echte namen zijn, is een 17e-eeuwse vervalsing van Erasmus, ook bekend als de Comma Johanneum of Johanine Comma. Erasmus werd daartoe door de kerkvaders bedreigd; hij voegde er daarom "Vader, Woord en Geest" aan toe. In de originele versie zonder die vervalsing staat alleen maar: "Want er zijn er drie die getuigen: de Geest en het water en het bloed; en deze drie getuigen stemmen met elkaar overeen".
De RKK heeft op meerdere manieren nog veel meer vervalsingen ingevoerd. En alle kerken zijn meesters in het kennen, vinden en wijzen van hun leden op deze vervalsingen om hun godheid leringen te onderstrepen. En het gaat erin als koek...
Geen van hen vraagt zich af waarom Christus duidelijk niet weet wat alleen God weet, zoals in Markus 13:32, en daarom een openbaring nodig heeft, Openbaring 1:1... Een drie- of twee-eenheidsgodheid of slechts één god zou geen openbaring nodig hebben en zou dezelfde kennis hebben in gelijkheid. Echter: dat blijkt dus niet het geval te zijn!
Geen van hen vindt het vreemd dat die kerkse godheid zijn eigen Hogepriester zou zijn. Toch is Christus de Hogepriester van God, Hebreeën 8:1-2. Dus niet van zichzelf!
Geen van hen gelooft wat Christus zegt in Johannes 17:3; dat hij gezonden werd door de enige ware God en dat geloof in de enige ware God en in hem gezonden door God nodig is voor het eeuwige leven...
Johannes 17:3 "Dit is het eeuwige leven: dat zij U kennen, U, de enige ware God, en Christus Jezus die U gezonden hebt".
Welke theologische of kerkelijke rechtvaardiging u ook vertrouwt: als u dit doet tegen de woorden van Christus in Johannes 17:3 en Johannes 14:1 ("Geloof in God, geloof ook in mij"), bent u feitelijk ANTICHRIST en loopt u het eeuwige leven mis. Wees wijs en keer u af van uw kerkgeloof!
==============